De vader van Kenji is een samoerai, een Japanse krijger, en Kenji wil dat later ook worden. Als de Mongolen hun land dreigen aan te vallen, gaat zijn vader helpen bij de verdediging. Als Kenji merkt dat hun hond Yuki, een akita, verdwenen is, gaat hij hem zoeken. Hij verdwaalt in het bos en er is noodweer op komst. Gelukkig vindt hij Yuki en zorgt de hond voor een schuilplaats. Als ze de volgende dag verder trekken ontmoeten ze Tomoko, een leerlinge van hun vader. Maar dan volgt een confrontatie met Mongoolse verkenners. Vlot lezend, avontuurlijk verhaal in tien korte hoofdstukken en met eenvoudig taalgebruik. Elk hoofdstuk bevat een stripachtige, kleurrijke illustratie, die een dubbele pagina beslaat. Kleine letter, volle bladspiegel. De auteur heeft al meerdere series voor kinderen geschreven, voornamelijk over voetbal. Zelfstandig te lezen derde deel in de nieuwe, historische serie ‘Kleine helden van toen’, dat volgt op 'Snelle bliksem en de bizon'* dat zich afspeelt bij een indianenstam. Geschikt om in de klas voor te lezen, maar kan ook zelfstandig gelezen worden vanaf ca. 7 jaar. Verberg tekst